REIS MET HINDERNISSEN
We laten Roelof Talen uit Haerst (De Doorn) aan het woord. Hij vertelt ons wat er gebeurde op die dag in 1945 dat hij eieren ging halen bij zijn schoonfamilie in Den Hulst:
"Nadat ik op 30
september 1944 door de Groene Polizei was opgepakt tijdens een razzia moesten we
bij Hasselt en Genne verdedigingswerken aanleggen, loopgraven, kanonstellingen
en schuilplaatsen bouwen enz.
Het Duitse leger was verslagen, het trok zich steeds verder terug, ook in
Nederland. De Canadezen waren al doorgedrongen in Hardenberg en Balkbrug, maar
de groep Duitsers die ons aan het werk hielp zat nog steeds in Hasselt. We
hadden inmiddels al een hele verdedigingslinie aangelegd!"
Duitse bommen op de Lichtmis
"Op een dag in 1945
moesten we van de Duitsers naar het Lichtmis-viaduct, daar moesten we grote
vliegtuigbommen, die op het betonnen viaduct waren gelegd, onder het zand
kruien. Dat was i.v.m het gevaar voor trillingen en om ze onzichtbaar te maken
voor de geallieerde jagers die de hele dag boven de Zwolseweg vlogen. (1)
Ik fietste in die periode dus elke ochtend naar de Lichtmis op een oude
damesfiets met antiplofbanden, gemaakt van repen auto-buitenbanden."
(1) Terwijl
de Canadezen na de bevrijding van Balkbrug bezig waren om in Balkbrug een
baileybrug te bouwen, bliezen de Duitsers het viaduct aan de Lichtmis op.
Dubbelstaarten in actie
"Tegen mijn vrouw
Geertje had ik gezegd dat ik na het werk nog een keer naar Den Hulst (2) wilde
fietsen om te kijken of er nog wat eieren en/of boter te krijgen zou zijn bij
haar ouders. Veel te eten was er bij ons niet meer en we wisten natuurlijk niet
wanneer voor ons de oorlog voorbij zou zijn.
De hele dag waren Amerikaanse jagers in de lucht geweest boven de weg van Zwolle
naar Meppel. Ze doken en schoten bijna overal op maar er was bijna geen verkeer.
Ze doken ook een paar keer op het viaduct en dan renden we met z'n allen onder
het viaduct om daar beschutting te zoeken. Echt op ons schieten deden ze niet en
dat was maar gelukkig ook.
Na het werk fietste ik dus in de richting van Den Hulst. Vlakbij de plaats
gekomen waar de spoorlijn de weg kruist, kwamen er weer vliegtuigen aan. Ze
vlogen boven de spoorlijn, het waren deze keer van die dubbelstaarten zoals wij
ze toen noemden.
Ze waren groter dan de normale jagers en ze hadden ook bommen bij zich. Ze
probeerden de spoorbrug te raken en vervolgens schoten ze op het
spoorwegemplacement.
Toen ik ze zag aankomen stapte ik even af. De vliegers doken omlaag en smeten
hun bommen, het was een hels lawaai.
Even voor de spoorlijn stond een blok woningen, het "Rooie Dorp"
geheten. (link
naar maps.google)
Toen de bommen vielen renden de vrouwen uit die huizen en doken plat in het
gras. Één vrouw sprong echter overeind, kwam in mijn richting en schoot op de
kop in een éénmansgat, die langs alle grote wegen waren gemaakt voor de
veiligheid van de Duitsers. De vliegtuigen draaiden en kwamen nog een keer over.
Toen ik keek zag ik dat de vrouw nog in het gat zat; hoofd naar beneden en haar
pannenkoekspan stak nog steeds in de lucht."
(2) E.W.Kappert, Hoofdvaart NZ 4, Den Hulst
Vrachtwagen als doel
"Ik ben hierna weer op
de fiets gestapt: in de Oosterhulst scharrelde ik ongeveer 20 eieren en een half
pond boter bij elkaar en na wat bijgepraat te hebben fietste ik weer in de
richting van De Doorn.
Op de terugweg was zo goed als niemand op de weg te zien. Dichtbij het Lichtmis
viaduct gekomen zag ik achter de bomen twee jachtvliegtuigen op me afkomen. Ze
doken iets naar beneden en de mitrailleurs ratelden angstaanjagend. Ik dacht dat
ze het op mij gemunt was, want er was niemand op de weg.
Dus meteen de fiets van me afgekwakt en een éénmansgat ingedoken. Toen de
vliegtuigen weer over waren gekomen kroop ik uit de schuilplaats en pakte de
fiets weer op.
Ik wilde gaan fietsen, maar dat ging niet, de trapper zat vast tegen de
kettingkast. Daar kwamen de vliegtuigen weer aan, dus rennen met de fiets aan de
hand naar het Lichtmis viaduct. Daar wachtte ik tot de jagers weg waren. Daarna
ben ik naar de onderkant van het viaduct gelopen. Onderweg vond ik een steen
waarmee ik de trapper bewerkte zodat hij weer rond wilde.
Ik stapte vervolgens weer op de fiets en toen ik over de helft was zag ik wat er
gebeurd was.
De jagers hadden een Duitse vrachtwagen doorzeefd met kogels.
Er zaten veel gewonden in de auto, anderen waren dood, ook lagen er een paar
dood buiten de auto.
Een man of drie-vier was nog op de been. Ik ben maar snel verder gereden, want
ik hield er rekening mee dat ze mijn fiets in beslag zouden kunnen nemen.
Thuis gekomen bleken de eieren tot struif, de boter was echter nog aardig goed.
Geertje was doodongerust omdat ik zo lang weg was gebleven. Ze wist niet waar ik
naar toe was. Maar ik was gelukkig behouden thuis gekomen.
Schuilplaats in de bessenstruiken
Daarna ben ik ook niet meer
voor de Duitsers gaan werken, het werd me te gevaarlijk. Het duurde toen nog
enige dagen voordat de Duitsers weg waren. Als er in die periode soms een
Duitser op
De Doorn kwam dook ik in de bessenstruiken die er volop stonden.
(3)"
[3]
De struiken van de zwarte bessen stonden rondom “huize Den Doorn” en rondom
de boerderij tot aan de woning van de fam. Boeve aan de Doornweg.
Met dank aan Henk Talen.
Henk Talen vraagt zich nog het volgende af:
De gaten die
door de Duitse vliegtuigbommen in het viaduct zijn geslagen en die op de foto
duidelijk zijn te zien, zijn pas jaren later gerepareerd. Ik kan me nog
herinneren dat ik bij mijn moeder achter op de fiets er langs kwam, op weg naar
mijn opa en oma in Den Hulst, en dat de gaten er nog in zaten. Ik zal toen vijf
jaar geweest zijn, want ik ging nog niet naar school en ben in augustus 1945
geboren. Dat zou betekenen dat het tot zeker 1950 heeft geduurd voordat het
viaduct hersteld werd. Klopt dat?
Misschien
iemand die hier meer over kan vertellen?
Voor reacties/aanvullingen: plankenloodsje@outlook.com
Aanvulling Cor Klappe:
Er zaten 4 gaten in het viaduct. Met een personenauto kon je er nog zo ongeveer tussen door. Wanneer het gerepareerd is, weet hij niet meer, maar het lijkt hem sterk dat dit 5 jaar heeft geduurd.