www.plankenloodsje.nl

 

Onderstaande verhaal is gebaseerd op de diverse verhalen die ik van mijn vader, Jan Schuurman, gehoord heb. Verder zijn er enkele dingen in verwerkt die mij door o.a. Willem Stolte en Albert Buiter verteld zijn, waarvoor dank.

Jan Schuurman werd geboren in 1935 in Nieuwleusen. Kort daarna verhuisde hij met zijn ouders naar de nieuw gebouwde boerderij in de “Polle”, aan de Steenwetering 2A (nu Bridge-boerderij). Bouwkosten van deze boerderij in 1935: 2.500,--- gulden.

Vanaf 1941 ging hij o.a. met Willem Stolte, en onder de hoede van Albert Buiter, die een aantal jaren ouder was,  naar school op ’t Plankenloodsje.  

                                       

Hun vaders brachten hen daar ’s morgens op de fiets heen en ze gingen lopend weer terug. Niet altijd lopend, want soms sprongen ze achterop de tram en gingen ze al zwaaiend de lopende groep voorbij. Die tram had een vrij lage snelheid, omdat die vaak vee moest laden of lossen bij halteplaats ’t Plankenloodsje. Bij de Steenwetering stopte de tram vaak om ook daar vee te laden of te lossen. De kunst was dan om ongezien van de tram af te komen. Meestal wachtten ze dan de groep weer op, om te voorkomen dat ze te vroeg thuis waren.

Volgens Willem Stolte werden ze nogal eens geplaagd door Tamme Oegema, die een stuk ouder was. Op een gegeven moment heeft vader Schuurman hen opgewacht en Tamme een flinke afstraffing gegeven. Daarna was het plagen afgelopen.

In 1943 verhuisde het gezin Schuurman naar Nieuwleusen (boerderij naast E.G. ten Kate)

Hoe langer de oorlog duurde, des te schaarser diverse artikelen werden. In het begin van de oorlog had Jan een fiets gekregen. Hiermee bracht hij in het laatste jaar vaak melk, boter en eieren naar kennissen in Zwolle. Hij werd nooit aangehouden of gecontroleerd, de Duitsers lieten kleine jongens gewoon lopen. Ook werd zijn fiets nooit afgepakt, die was gewoon te klein voor een volwassene. Boter karnen deden ze zelf en dat was dan meestal een klusje voor Jan.

Als ze weer eens vlees nodig hadden dan werd er vanuit Nieuwleusen een pink uit het land in de Polle gehaald en naar de boerderij gebracht, om daar te slachten. Het vlees werd vervolgens via allerlei achterpaadjes op de kruiwagen in het donker naar familie en vrienden gebracht, waarbij Jan een eindje vooruit moest lopen om te kijken of er onraad was.

In de laatste jaar van de oorlog hadden ze een onderduiker uit Vlaardingen op de boerderij. Deze moest ’s nachts wachtlopen. De contacten met deze man zijn tot zijn overlijden gebleven. 

Voor het geval hij opgepakt zou worden, had vader Schuurman ergens geld en waardevolle papieren verborgen. Als oudste zoon was Jan de enige die daar ook van af wist.

In de hongerwinter werden bij een oom en tante van Jan, die er naast woonden, 2 jongens uit Utrecht ondergebracht. Daar speelde hij vaak mee. Ook met deze jongens en hun moeder is altijd contact gebleven. (zie voor dit verhaal Ni’j luusn van Vrogger, maart 2006).

In de hongerwinter kwamen er ook veel etenhalers. Deze haalden soms de aardappels, die voor de varkens bestemd waren, uit de zomp.

De bevrijding van Nieuwleusen was op 13 april 1945  op een vrijdag). Ook de familie Schuurman kreeg daarbij opdracht om het huis te verlaten. Ze hebben achter in het land onder een boswal de zaken afgewacht. In het Westeinde zijn toen een aantal boerderijen, o.a. van een oom en tante van Jan(*1), in brand geschoten door de Canadezen, omdat ze dachten dat er Duitsers in zaten. Ook deze bewoners waren op tijd gewaarschuwd en konden tijdig de huizen verlaten. Het was in die tijd prachtig weer en de koeien liepen al buiten.

Jan Schuurman is in 2002 overleden.

 

Henry Schuurman, april 2007.  

(met dank aan Willem Stolte, IJhorst)  

(*1): deze boerderijen zijn na de oorlog met Marshall-hulp weer opgebouwd en zijn nog steeds te herkennen aan de rode pannendaken. Ze staan aan het Westeinde in de omgeving van de Hoevenweg/Koedijk.