www.plankenloodsje.nl
Onderstaande verhaal is gebaseerd op de diverse verhalen die ik van mijn vader, Jan Schuurman, gehoord heb. Verder zijn er enkele dingen in verwerkt die mij door o.a. Willem Stolte en Albert Buiter verteld zijn, waarvoor dank.
Jan
Schuurman werd geboren in
Vanaf
1941 ging hij o.a. met Willem Stolte, en onder de hoede van Albert Buiter, die
een aantal jaren ouder was, naar school op ’t Plankenloodsje.
Hun
vaders brachten hen daar ’s morgens op de fiets heen en ze gingen lopend weer
terug. Niet altijd lopend, want soms sprongen ze achterop de tram en gingen ze
al zwaaiend de lopende groep voorbij. Die tram had een vrij lage snelheid, omdat
die vaak vee moest laden of lossen bij halteplaats ’t Plankenloodsje. Bij de
Steenwetering stopte de tram vaak om ook daar vee te laden of te lossen. De
kunst was dan om ongezien van de tram af te komen. Meestal wachtten ze dan de
groep weer op, om te voorkomen dat ze te vroeg thuis waren.
Volgens
Willem Stolte werden ze nogal eens geplaagd door Tamme Oegema, die een stuk
ouder was. Op een gegeven moment heeft vader Schuurman hen opgewacht en Tamme
een flinke afstraffing gegeven. Daarna was het plagen afgelopen.
In
1943 verhuisde het gezin Schuurman naar Nieuwleusen (boerderij naast E.G. ten
Kate)
Hoe
langer de oorlog duurde, des te schaarser diverse artikelen werden. In het begin
van de oorlog had Jan een fiets gekregen. Hiermee bracht hij in het laatste jaar
vaak melk, boter en
eieren naar kennissen in Zwolle. Hij werd nooit aangehouden of gecontroleerd, de
Duitsers lieten kleine jongens gewoon lopen. Ook werd zijn fiets nooit afgepakt,
die was gewoon te klein voor een volwassene. Boter karnen deden ze zelf en dat
was dan meestal een klusje voor Jan.
Als
ze weer eens vlees nodig hadden dan werd er vanuit Nieuwleusen een pink uit het
land in de Polle gehaald en naar de boerderij gebracht, om daar te slachten. Het vlees werd vervolgens
via allerlei achterpaadjes op de kruiwagen in het donker naar familie en
vrienden gebracht, waarbij Jan een eindje vooruit moest lopen om te kijken of er
onraad was.
In de laatste jaar van de oorlog hadden ze een onderduiker uit Vlaardingen op de boerderij. Deze moest ’s nachts wachtlopen. De contacten met deze man zijn tot zijn overlijden gebleven.
Voor het geval hij opgepakt zou worden, had vader
Schuurman ergens geld en waardevolle papieren verborgen. Als oudste zoon was Jan
de enige die daar ook van af wist.
In
de hongerwinter werden bij een oom en tante van Jan, die er naast woonden, 2
jongens uit Utrecht ondergebracht. Daar speelde hij vaak mee. Ook met deze
jongens en hun moeder is altijd contact gebleven. (zie voor dit verhaal Ni’j
luusn van Vrogger, maart 2006).
In
de hongerwinter kwamen er ook veel etenhalers. Deze haalden soms de aardappels,
die voor de varkens bestemd waren, uit de zomp.
De
bevrijding van Nieuwleusen was op 13 april 1945 op een vrijdag). Ook de familie Schuurman kreeg daarbij opdracht om
het huis te verlaten. Ze hebben achter in het land onder een boswal de zaken
afgewacht. In het Westeinde zijn toen een aantal boerderijen, o.a. van een oom
en tante van Jan(*1), in brand geschoten door de Canadezen, omdat ze dachten dat er
Duitsers in zaten. Ook deze bewoners waren op tijd gewaarschuwd en konden tijdig
de huizen verlaten. Het was in die tijd prachtig weer en de koeien liepen al
buiten.
Jan
Schuurman is in 2002 overleden.
Henry
Schuurman, april 2007.
(met dank aan Willem
Stolte, IJhorst)
(*1): deze boerderijen zijn na de oorlog met Marshall-hulp weer opgebouwd en zijn nog steeds te herkennen aan de rode pannendaken. Ze staan aan het Westeinde in de omgeving van de Hoevenweg/Koedijk.