Verhaal over de oorlog, het ongeluk op de Steenweteringbrug.
Naar aanleiding van het verslag in Zwolsche Courant.
10 Mei 1940:
De Vaandrig, die de commandant was van de bewaking van de Steenweteringbrug in
de autoweg Zwolle-Meppel, had tegen zijn manschappen gezegd: zolang ik overdag
kom voor inspectie, is er niets aan de hand. Maar kom ik 's morgens heel vroeg,
dan is het oorlog, en steek ik de lont aan die de brug laat ontploffen.
(Gdr=grondduiker, Sl=sluis, RD=punt RijksDriehoeksmeting)
En zie, in de nacht van 9 op 10 mei was het al onrustig in lucht, allemaal
vliegtuigen en wel zoveel dat het geen Nederlanders konden zijn
De Vaandrig was er 's morgens om 7 uur al op zijn motor en stuurde soldaten bij
bewoners van de aanliggende huizen langs, om te zeggen dat ze zo ver mogelijk
van huis moesten lopen, want de brug ging tegen 8 uur 's morgens de lucht in.
De bewoners langs de Steenwetering, de families Van Oosten, Fransen, Buiter,
Evenboer, Padberg en Oegema en nog meer mensen uit die omgeving moesten
vertrekken voor hun eigen veiligheid.
Om klokslag 8 uur een
geweldige knal en grote stofwolk met beton en steen daalde neer op de omgeving
van de brug, maar toen alles was gezakt, stonden de huizen er nog.
Een wonder leek het wel. Het wegdek van de brug was precies op de Hooiweg neer
geploft en bedekte de gehele breedte van het zandpad, zodat daar niemand meer
langs kon richting Zwolle.
De ophaalbrug over het Lichtmiskanaal was nog heel.
Na een paar dagen improviseren moest de melk toch naar de melkfabriek ''Op Hoop op
Zegen'' in Zwolle.
Tot dan toe was de melk de sloot ingegaan.
De Duitse Genie kwam al snel
kijken, en later de mensen van Rijkswaterstaat en al heel gauw begonnen de
werkzaamheden voor een noodbrug aan de oostzijde van de weg Zwolle - Meppel.
Toen de noodbrug open gesteld werd voor het auto verkeer kon je er natuurlijk op
wachten dat er ongelukken zouden gebeuren, er was 's avonds helemaal geen
verlichting en de auto's hadden afgeschermde koplampen, alleen een rubberkap met
een spleetje waar nog iets licht door kwam.
Op een nacht was er een
enorme knal, een auto had zich tot aan de kofferbak aan de rechter brug leuning gespietst, precies tussen beide inzittenden door.
Uit de auto, die boven het water hing, hebben de neven Jan en Willem van Oosten
de mensen met touwen en ladders naar boven gehaald. Het bleef bij een nat pak
voor passagiers.
Later heeft Rijkswaterstaat een ponton in het gat gevaren.
En paar weken later kwam er
een luxe auto vanaf Meppel en ramde alle bouwmateriaal aan de kant.
De auto lag later boven op de ponton, de inzittenden konden zo uitstappen.
Albert van Oosten.
(met dank aan Piet van Oosten)
Aanvulling:
Gerrit en Fem Pierik herinneren zich nog dat de Duitsers over de kanaaldijk
(zandweg) verder trokken. Na verloop van tijd werd de duiker provisorisch
gerepareerd. Pas na de oorlog werd de zaak weer goed hersteld.
Lage Brug: Ook de Lage Brug
(Leage Brugge) in de Nieuwleusenerdijk/Westeinde over de Steenwetering werd
opgeblazen op 10 mei 1940. Dat gebeurde rond 10 uur in de morgen. De brug werd
bewaakt door een aantal militairen die bij Klompjan waren ingekwartierd. Na het
opblazen gingen ze lopend richting Zwolle.
(met dank aan Gerrit en Fem Pierik 28-4-2012)