JEUGDHERINNERINGEN VAN HENKIE TALEN
Van links naar rechts: Wim, Roelien, Henk en Albert Talen in 1954.
Over de
Doornweg naar school
Aan de lagere school bij "Plankenloodsje" heb ik goede herinneringen.
We woonden in het koetshuis op de havezate
"Den Doorn", met adres Doornweg 49. Samen met mijn broers Albert
(Appie) en Willem (Wimmie) en de buurkinderen Roelof (Roeli) en Tineke (Tinie)
Muis fietsten we, voorzien van een broodzak, altijd naar school. Onze fietsen
moesten we bij de laatste boerderij neerzetten en dan goed uitkijken en lopend
de grote weg Zwolle-Meppel oversteken.
Als er in de winter sneeuw lag, gingen we niet met de fiets maar lopend of zoals
ze hier in Brabant zeggen 'te voet'. Als we dan op school kwamen mochten we soms
bij de grote zwarte kolenkachel staan om een beetje op temperatuur te komen.
Soms was dat ook wel nodig want dan waren je oorlelletjes of neuspuntje al wit
bevroren. Ik herinner me nog wel dat we een keer hebben geschaatst op het kanaal
bij de school, we zullen die dag wel ijsvrij hebben gekregen denk ik. Ik had
schaatsen die waren zo groot daar kon nog wel een tweede kind bij achterop
staan. Het waren schaatsen met een zo'n halve krul aan de voorkant.
Spannende Bijbelse
vertellingen
Ik ben geboren op 20 augustus 1945, juist na de oorlog en werd dus in augustus
1951 zes jaar. Ik kwam in het schooljaar 1952/1953 in klas 1 van juffrouw
Tuininga. Van de school zelf herinner ik me de stenen brug, het groene metalen
hek, de hoge heg en de letters op de gevel "School met den bijbel".
In de klas van juffrouw Tuininga waren brede vensterbanken waar in de herfst
mos, bladeren, paddestoelen e.d. een plaatsje vonden. Het mooiste vond ik altijd
de bijbelse vertellingen op het flanelbord aan het begin van de dag.
Naast mij in de bank zat Marten Reuvekamp.
Ik droeg zo'n ziekenfondsbrilletje en loenste met m'n linkeroog. Ik kan me
gelukkig niet herinneren dat ik ermee gepest werd.
Ik had een hekel aan rekenen. Voor de klas stond een groot telraam. In de tweede
klas was het de bedoeling om zonder een klein telraam de sommen te maken, maar
dat lukte me meestal niet. Ik heb dan ook heel wat keren naar voren moeten lopen
om zo'n klein telraam op te halen.
Gelukkig kregen we nog geen huiswerk mee, maar toen ik gelijk na het begin van
het eerste schooljaar naar het ziekenhuis in Zwolle moest om mijn amandelen te
laten knippen, en daarna een aantal dagen thuis bleef, brachten mijn broers toch
huiswerk mee. Op overtrek papier moest ik o's en a's natekenen, ik was daar niet
erg blij mee.
Als je jarig was mocht je de lokalen rond om aan de andere leraren een snoepje
te brengen. Dan kreeg je van elk van hen een mooie boekenlegger met een gouden
of zilveren koordje en met een tekst erop.
Klasgenoten
Van de jongens in onze klas herinner ik mij, behalve mijn vriendje Bertus van de Wal,
verder nog Meine van Oosten en Gerard Fransen. In de pauze knikkerden we of speelden
'lampion', een spel waarbij je hard om de school moest rennen en waarbij er een
of twee jongens je moesten proberen af te tikken. Als het mooi weer was speelden
we in het speelkwartier op het grote speelterrein. Daar omheen stond een hek
met gaas. In dat gaas stopten we dan plukken gras en bouwden zo een kamp waar je
beschut kon zitten met de andere jongens. De grotere jongens rookten soms
stiekem in het fietsenhok. Daar nam ik ook mijn eerste trekje van een "North
State".
Stagiaire
Aan gymnastiek werd bij ons in de klassen 1, 2, 3 en 4 niet gedaan. Er was geen
gymnastieklokaal, maar ook buiten werd dat lesonderdeel overgeslagen. Het enige
wat we wel eens klassikaal deden was wandelen. De enige keer dat ik me kan
herinneren dat we als klas een spelletje speelden was toen er een stagiaire in
de klas kwam en we buiten in een kring met haar 'De zevensprong' speelden.
Schoolreisje
Van de schoolreisjes herinner ik me alleen die van klas 1 en 2 naar de speeltuin
op de Agnietenberg. Ik vond dat wel erg dicht bij huis. Toen ik daar in de klas
een opmerking over maakte, moest ik in de pauze bij de juffrouw komen. Die
opmerking werd me niet in dank afgenomen.
Zangles
Juffrouw Tuininga kwam meestal met de Solex naar school en als je dan het geluk
had dat ze bij je stopte dan mocht je proberen de handel over te halen om de
aandrijfrol van de fietsband te lichten.
Het ergste wat me later in klas 3 en 4 bij meester De Haan kon overkomen was een
beurt met hoofdrekenen, want dat kon ik absoluut niet en dat heb ik later ook nooit
geleerd.
Juffrouw Tuininga gaf zangles, ook aan de klassen 3 en 4. Met de hand gaf ze dan
aan welke noot van de toonladder we moesten zingen, maar dat was niet altijd een
succes. Ik weet nog wel dat de klassen 5 en 6 onder leiding van de bovenmeester
de Vos een speciale zangtechniek hanteerden, met een soort gezang zonder
uithalen aan het eind. Dat klonk erg afgemeten, maar wel mooi. We konden het
duidelijk horen vanuit ons lokaal in klas 3 en 4.
Van links naar rechts: juf Tuininga, meester De Vos en meester De Haan in 1954.
Vervanger
Meester De Haan werd op een gegeven moment voor enkele maanden/weken(?)
vervangen door een oudere meester (ik meen dat hij meester Mijnheer heette).
Mogelijk moest meester
De Haan op herhaling i.v.m. zijn dienstplicht? Van die oudere meester, die
altijd in een net grijs driedelig kostuum liep, weet ik me nog wel te herinneren
dat hij erg mooi kon tekenen.
Kerstfeest
Het kerstfeest
werd 's avonds op school gevierd. Dat was altijd
heel gezellig en
daar keek je naar uit. Op de schoolborden hadden de zoons van meester De Vos met
krijt dan altijd mooie tekeningen gemaakt en we kregen elk jaar een leesboekje
cadeau. Ik mocht al met mijn broers mee toen ik zelf nog niet op school zat, want
het eerste boekje kreeg ik op het kerstfeest van 1949, toen ik vier was . 'De
gedroogde appeltjes', heette het, W. G. van der Hulst had het geschreven. Het was
zestien pagina's dik en voorzien van tekeningen door de zoon van de schrijver.
In de jaren daarop volgden: "Mijn vriend de pindaman", "Het geschenk van den ouden matroos" en "Arie de Geus". In 1953 kregen we "Bennie en het vreemde land" in 1954 "De vlucht van Wolfsoog" en in 1955 "Het Karretje". Ze staan allemaal nog in mijn boekenkast maar dat is te danken aan mijn moeder, die ze al die jaren bewaarde.
Ongeval
Wat veel indruk maakte was het auto ongeluk dat Wim van der Wal overkwam bij het
oversteken van de weg voor de school. Als de school uit was, mochten we niet
zelf oversteken maar behoorden we te wachten tot meester De Vos of meester De
Haan het teken gaf dat er geen verkeer meer aan kwam. Toen we met zijn allen
juist waren overgestoken rende Wim van de Wal, die te laat was, alsnog de weg
over en werd door een auto geschept. Gelukkig herstelde hij van zijn beenbreuk
en kwam na een aantal weken/maanden(?) weer terug op school.
Afscheid
In 1956 verhuisde ons gezin, nog net voor de grote vakantie, naar het dorp
Nagele in de NOP, omdat mijn vader werkte bij het in cultuur brengen van de
IJsselmeerpolders. En daarom moesten we afscheid nemen van de buurtschap Haerst,
de lagere school en Huize Den Doorn. Ik mag er graag aan terugdenken, ik zou
geen andere plaats kunnen bedenken waar het leuker zou zijn om op te groeien.
Na de lagere school ging ik naar de LTS in Emmeloord, haalde daar mijn diploma’s voor machine bankwerken en electro techniek. Daarna tekende ik een contract voor onbepaalde tijd bij de Koninklijke Luchtmacht. Ik ben gelukkig getrouwd, heb twee dochters om trots op te zijn en vier prachtige kleinkinderen.
In 2000 ging ik op 55 jarige leeftijd in de rang van Adjudant Onderofficier met Voortijdig Leeftijdsontslag.
Momenteel ben ik nog drie dagen per week actief als conservator/beheerder van het basismuseum van de Vliegbasis Volkel, de Traditiekamer “Typhoon”. (zie hier:
http://www.traditiekamertyphoon.nl/home.html
Sinds mijn huwelijk in 1972 wonen mijn vrouw en ik in
Uden. We zijn gezond, kortom wat kan een mens meer wensen?
naschrift webmeester: Zulke verhalen willen we nog wel meer. Wie wil hier op inhaken of heeft zelf zo'n mooi verhaal met foto's? Mail het naar plankenloodsje@outlook.com