www.plankenloodsje.nl

 

Oorlogsherinneringen van Cor Klappe:

 

Oorlogstijd 40/45

Ik weet nog dat in mei 1940 de oorlog uitbrak toen ik 7 jaar was.
De eerste jaren verliepen vrij rustig, maar later gingen wij niet meer naar school, omdat dit niet meer veilig was. Wij hadden zo af en toe les bij Koers in de voorkamer. Daar kwam meester Staal ons les geven met een klein clubje, maar dat ging ook al gauw over omdat het voor de meester niet meer vertrouwd was.

Kinderen die in de laatste oorlogswinter les kregen bij Koers.


In het jaar 1942 is er een kleine Duitse jager geland in het land van Van den Berg  (nu Pelleboer)
Deze is door Koers met 2 paarden naar de brug gesleept, hij lag 500 meter van de Steenwetering af.
Later in de oorlog werd het steeds erger. Toen kwamen de onderduikers. Bij iedereen was er wel een onderduiker of piloot, meestal voor één of twee nachten. 


Als er onraad in aantocht was werd het steeds doorgegeven. Doordat de een het tegen de ander vertelde, kwam de informatie vanzelf  bij ons achter aan de Steenwetering terecht. 
De onderduikers verstopten zich dan ergens in de eendenkooien in het Genner- of Haersterbroek of in een stuk land, waar verschrikkelijk lange distels stonden, soms langer dan de mensen.
Bij ons hadden ze een groot gat in het midden van het hooivak gemaakt, waar de onderduikers sliepen. In het laatste jaar van de oorlog was er in het voorhuis geen ruimte omdat daar toen drie gezinnen woonden. Dat was familie uit Zwolle, die geen zin hadden om via de organisatie Todt voor de Duitsers te gaan spitten.


Eind 1944/begin 1945 kwam de hongerwinter, waarbij de mensen uit het westen eten kwamen halen en ook die overnachtten soms in de stal. Ze sliepen dan in het hooi, en gingen de volgende dag weer terug of nog verder.


En toen kwam het beschieten van de tram, die ging van de Lichtmis naar Zwolle en omgekeerd.
En bij de trein van Zwolle naar Meppel werd de stoomketel lek geschoten. En dan was het afgelopen, het was een mooi gezicht die grote stoomwolken te zien.
Geregeld gingen er bommenwerpers over richting Duitsland. Enkelen kwamen aangeschoten terug en de piloten moesten er vliegend uitspringen, waarbij ze in de polder Gennerbroek terechtkwamen.
Soms kwamen de piloten levend aan de grond en één piloot vond de dood zonder parachute, waarbij hij een gat in de zachte veengrond sloeg van 75 cm diepte.
In het Zwartewater, halverwege tussen Hasselt en Zwolle, aan de Hasselterdijk lag een schip vol met munitie.
Die werd beschoten door Engelse jagers en is ontploft. In de hele omgeving waren ruiten gesneuveld en dakpannen kapot. (eind april 1943)
De bevrijding was maar kort, daarvan heb ik niet veel meegekregen.

C. Klappe  (1933-2011)

Met dank aan C. Schuurman-Klappe voor het uittypen van het verhaal
Enkele aanvullingen toegevoegd na gesprek met C. Klappe in winter 2006/07 (H.S.)