www.plankenloodsje.nl

15 oktober: het jachtseizoen is weer geopend. En wie kan daar beter over vertellen dan iemand uit een echte jagersfamilie, de fam. Van Oosten:

 

Graag wil ik een verhaal schrijven over de jacht van de fam. Van Oosten.

Op 15 oktober begon het jachtseizoen en bij ons ging het dan vooral om hazen, eenden, en ganzen. Vaak liep er tegen die tijd nog veel vee in het land zodat we pas rond half november gingen jagen op hazen. Het jachtseizoen voor hazen duurde tot 1 januari en voor eenden en ganzen tot 31 januari.

De zaterdag was altijd de dag van de jacht.

Arend van Oosten (1911-1990, zoon van Pieter) als jager in 1947

Ome Arend en mijn vader Willem hadden altijd de leiding en aangezien het jachtveld nogal uitgestrekt was moest er altijd eerst overlegd worden waar we gingen jagen. Elk jaar gingen we bij de boeren langs om toestemming te vragen. In ruil daarvoor kregen ze een klein bedrag of soms ook wel een haas.

Onze jachtgebieden waren:

De Ruiten (Roete): dat was bij ons achter het huis aan de Hooiweg. 

De grens was de sloot die bij Bouwman richting de Steenwetering liep en dan langs de Steenwetering tot aan het huis van Huls.

Het Broek; dat was vanaf Koers helemaal achteruit naar de nieuwe wetering en dan helemaal tot aan Fransen.

De Boerweg (nu Haersterbroekweg); vanaf Knoop naar de nieuwe wetering via Oegema langs de Lichtmisweg naar Konterman.

De Markte, vanaf Ten Klooster richting de Nieuwleusenerdijk, richting de Steenwetering bij Klompjan en dan helemaal naar de kolk waar vroeger ons oude huis heeft gestaan.

Ome Arend, (vader) Willem, ome Piet uit Hengelo, ome Meine, (kleine) Piet van Oosten,  Dick van Oosten, Wim van Dam en ik waren meestal de mensen die dan gingen jagen. Arend, Willem, kleine Piet, en Dick waren de mensen met een geweer.

Arjan en Piet van Oosten

Ome Piet was dan s’morgens voor half 11 al uit Hengelo komen rijden. Ome Meine kwam altijd op zijn Zündapp uit Berkum. Zij gingen als drijvers mee.

De van Oostens waren scherpschutters; Arend heb ik zelden mis zien schieten tijdens het jagen op hazen. Als er een haas voor hem op sprong dan liet hij hem eerst rustig een meter of 40 van hem aflopen alvorens de haas te schieten. Dan vroegen wij: waarom wacht je nou zo lang? Dan zei Arend: als ik eerder had geschoten had ik hem waarschijnlijk helemaal kapot geschoten. In een goed seizoen werden zo'n 30 - 35 hazen geschoten.

Willem van Oosten

Mijn vader Willem was ook een heel goed schutter, alleen bij hem gebeurde het nog weleens dat wanneer hij moest schieten, hij vergeten was om patronen in zijn geweer te stoppen, of hij had het geweer op safe(veilig) staan. Dan werden er nog weleens lelijke woorden tegen hem gezegd……

Als zo’n jachtdag 's middags tegen een uur of 3 voorbij was dan gingen we met z’n allen naar de Hooiweg, om onder het genot van een kop koffie, een borrel of snert nog eens even na te praten over hoe de dag was verlopen. En dan kwamen ook de sterke jachtverhalen van vroeger weer boven tafel. Deze werden dan in geuren en kleuren verteld door Ome Arend en mijn vader Willem. Het waren prachtige verhalen, en ik heb als kind ademloos zitten luisteren.

Vanaf eind december t/m eind januari werd er ook op ganzen gejaagd, maar dan moest het weer wel geschikt zijn. Het liefst moest het hard waaien en niet regenen, maar het mocht wel koud zijn. Thuis hadden we een stal met zo'n 30 tamme ganzen die in het voorjaar bij ons om het huis her en der zaten te broeden. In het weiland achter ons huis hadden wij dan op zo'n 40 - 50 m. van de jachthut af een groot stuk land met schapengaas afgezet. ’s Morgens vroeg in de schemer gingen we dan het land op met een kar vol met tamme ganzen en lieten dan een stuk of 20 ganzen los tussen het schapengaas. De andere ganzen hielden we bij onze hut.

Die ganzen konden elkaar dan wel horen, maar niet zien en gingen dan naar elkaar roepen omdat ze elkaar kwijt waren. Wilde ganzen die dan over vlogen en zoekende waren naar ganzen die al een mooi stukje gras gevonden hadden, hoorden dat dan natuurlijk, en kwamen met z’n allen naar beneden.

We gooiden dan ook nog weleens een tamme gans, die we bij ons hadden staan, in de lucht en die liep dan met veel lawaai naar de rest van de familie. Voordeel hiervan was dat de wilde ganzen dan vaak zo laag over kwamen vliegen dat ze goed en in 1 keer konden worden doodgeschoten.

Ik kan me herinneren dat we op een morgen zo’n 25 ganzen hebben geschoten. In een goed seizoen werden zo'n 40 a 50 ganzen geschoten.

Maar vaker kwam het voor dat we tot ‘s morgens om 10 uur (want tot zolang mocht je op ganzen jagen) alleen maar stonden te blauwbekken en geen gans hadden gezien.

 

Arjan van Oosten

Aanvulling foto's door Piet van Oosten:

Dick, Piet en Willem van Oosten. Vooraan: onbekend

 

Geschoten ganzen naast de boerderij van Willem van Oosten

 

Op hazenjacht eind jaren 40.

 

Op ganzenjacht 1978. Van links naar rechts: Rozenberg (hoofd school Berkum), Arend van Oosten, Pieter van Oosten, Hans Rozenberg.

Jachtakte Arend van Oosten 1948.