www.plankenloodsje.nl

Huize Arnichem (update 231014)

Doornweg 17

Voor het eerst genoemd in 1411, behoorde toen tot de proosdij van St. Lebuïnus in Deventer (Lebuïnuskerk)
Het huidige gebouw stamt uit 1829. Het koetshuis, Doornweg 15, is van 1850.
De 1e steen van dit gebouw is gelegd door Catharina Thomassen Thuessink, de echtgenote van Anthony Tobias, de toenmalige burgemeester van Zwolle. Zij had het oude gebouw van haar vader geërfd.
Daarna hebben diverse generaties van de familie Tobias het huis bewoond. Vandaar dat het ook wel "Het huis van Tobias" wordt genoemd.
In 1925, nadat de laatste Tobias was overleden, werd het huis verkocht aan orde der dominicanen. Het werd gebruikt door de fraters en paters Dominicanen om er hun vrije tijd en vakanties door te brengen. De afstand tussen het Dominicanenklooster aan de Assendorperstraat in Zwolle en huize Arnichem werd eerst te voet en later per fiets afgelegd. 
Zo kon men plotseling geconfronteerd worden met mannen in lange pijen, iets wat niet zo gewoon was in een protestantse boeren-gemeenschap zoals Haerst in die tijd was.

Albert Buiter herinnert zich nog de studenten die daar rondliepen in lange donkerbruine pijen en een soort capuchon. Die gingen van daar uit lopend naar Zwolle.

 

Aanvulling Willem Kranendonk: Zoals op bovenstaande foto (voorjaar 1965) te zien is, droegen/dragen de dominicanen geen bruine pijen, maar witte habijten, met daar over heen, indien nodig, zwarte mantels met capuchons. De "studenten" zijn priesterstudenten, in opleiding tot priester. Deze zijn al wel kloosterlingen. Als zij hun opleiding hadden afgemaakt konden ze tot priester worden gewijd, een 'frater' werd dan 'pater'.

Ook Willem Stolte had een vreemde ervaring met de paters: 

Op een morgen moest Willem als monsternemer voor de melkfabriek naar een boer in Haerst. Zoals toen gebruikelijk molk die boer zijn koeien gewoon buiten in het weiland. Het was mistig en nog donker. Ineens hoorde Willem een vreemd, zangerig geluid. Hij dacht dat het de Witte Wieven waren en werd er wat angstig van. De boer stelde hem gerust. Het waren de paters in opleiding, die al zingend en lezend hun dagelijkse route door de omgeving maakten.  

Aanvulling Willem Kranendonk: Dit waren dus fraters, kennelijk 's morgens heel vroeg doende de metten en lauden te bidden en te zingen in de kapel van Arnichem. Dat zal buiten hoorbaar zijn geweest. In mijn tijd althans maakten we geen dagelijkse ommegang "al lezend en zingend".

In de zomer kwam men ook vaak in de Vecht zwemmende fraters tegen.

Wie van de buurtbewoners herkent zichzelf op deze foto uit voorjaar 1965? 


Van 1965 tot 1978 stond het huis leeg.
Sindsdien wordt het weer particulier bewoond.

 

"Negerslaaf" Appoloon (ook wel genaamd: Lepejou of Appeloon le Paay)

Appoloon werd door Joan Hendrik Tobias meegenomen vanuit Brits Guyana.
Tobias was erg op hem gesteld omdat hij hem een keer het leven had gered.
Appoloon is maar 16 jaar geworden (1812 - 1828). Hij is begraven in het bos op het landgoed. Op zijn grafsteen staat in het Latijn: "De heer heeft aan zijn trouwste dienstknecht dit graf gewijd, omdat hij hem dankbaar is en altijd aan hem denkt."
De grafsteen ligt er nog als een monument in het Bos van Tobias in de hoek Doornweg/zijweg naar het Haersterveer/Huize Arnichem. Volgens een ander verhaal mocht Appoloon niet op Bergklooster begraven worden, omdat hij zwart en niet-Christen was.
Het heeft allemaal wat mystieks en spookachtigs. In 1957 is het graf geschonden en waarschijnlijk de schedel meegenomen.
Appoloon had een misvormde voet en liep wat moeilijk. Vandaar dat zijn naam in de omgeving van Haerst nog steeds voort leeft: Als het onweert zegt men: "Appoloon met de voet gaat rond"

Voor meer info zie hier

Aanvullingen/correcties en/of foto's zijn altijd welkom op: plankenloodsje@yahoo.com

(Met dank aan: P. van Oosten, drs. Brakkee, A. Buiter, W. Stolte, M. Buit, W. Kranendonk)